Aflevering 11: Peaky Blinders & Bokkenrijders

De zusters bespreken niet één, maar twee bendes uit de geschiedenis. Allereerst de bende die op fantastische manier geportretteerd wordt in de serie Peaky Blinders. De echte gang uit Birmingham blijkt echter nogal anders te zijn dan de Shelby familie. De tweede bende die de zusters bespreken kent elke Efteling-ganger: de bokkenrijders. Misdaden, duivelsaanbiddingen, martelingen en heksenprocessen: een bende die prima in het straatje van de Morbide Zusters past.

Muziek: Netherworld Shanty van Kevin MacLeod.

Peaky Blinders

De Britse dramaserie Peaky Blinders is grotendeels gebaseerd op verhalen die de schrijver, Steven Knight, heeft gehoord toen hij klein was over bendes die Birmingham onveilig maakten. De Peaky Blinders zouden hun naam ontlenen aan het feit dat ze scheermesjes naaien in de rand van hun pet. Dit is ondertussen ontkracht. Het is ook onwaarschijnlijk dat de Peaky Blinders überhaupt nog zouden bestaan na de Eerste Wereldoorlog.

De Peaky Blinders waren veel eerder actief, namelijk in de tweede helft van de 19e eeuw. Birmingham was toen een groeiende stad door de industrialisatie en vooral ook een hele jonge stad: 35% was jonger dan 15 en een meerderheid jonger dan 30. De politie werd in de jaren 70 van de 19e eeuw steeds actiever tegen straatgokken, waardoor ze de jeugd tegen zich kregen. Er ontstond een cultuur van groepen jongeren die geweld pleegden tegen de politie, en uiteindelijk ook tegen elkaar en tegen willekeurige inwoners van de stad. In de volksmond heetten deze mensen of groepen sloggers. Voor deze aflevering is het boek Peaky Blinders, the real story van Carl Chinn gebruikt en wat hij schetst is een beeld van jongeren die vooral heel graag, heel vaak vechten. Maar echt. Eén van de meest genoemde wapens is geen scheermes (wegwerpmesjes waren in die tijd nog véél te duur voor arbeiders), maar riemgespen. Niet zozeer criminele plannen, helemaal geen georganiseerde misdaad, maar vooral gewelddadig. 

De oorsprong

In deze tijd ontstond ook de bende de Peaky Blinders. Wat deze bende kenmerkte was hun kledingstijl: breed uitlopende broekspijpen (soms met parelknopen), opvallende sjaals, kaalgeschoren met een pony en één lange, krullende lok aan de voorkant en een bolhoed of pet die zo gevouwen is, dat een punt één oog bedekt. Volgens Chinn is dat de oorsprong van de naam. 

De auteur beschrijft ook de eerste keer dat de naam Peaky Blinders is teruggevonden, namelijk in een krantenbericht over ene George Eastwood. Eastwood zou in een kroeg een gemberbier hebben besteld, waarna een aantal bendeleden binnen kwamen. Ze maakten zijn keuze belachelijk en ‘werkten hem tegen de grond’. Daarna hebben ze hem buiten opgewacht en ongelooflijk hard in elkaar geslagen, onder andere ook met de beruchte riemgespen. Eastwoord overleefde het, maar was wel zwaargewond en moest onder andere een operatie aan zijn schedel ondergaan.

Later werd de naam Peaky Blinders eigenlijk voor gewelddadige jongeren in het algemeen gebruikt in Birmingham, ongeacht of ze lid van de bende waren. Iets waar tot die tijd de term sloggers voor gebruikt werd. Door harder politieoptreden en doordat er boksverenigen ontstonden (en andere dingen die jongeren konden doen), verdwenen de bendes steeds meer. Uiteindelijk gingen veel van deze jongeren het leger in tijdens de Eerste Wereldoorlog, kregen ze wat discipline en keerden ze terug naar ‘normale’ levens.

Verschil met de serie

De Peaky Blinders in de serie hebben dus weinig met de oorspronkelijke Peaky Blinders te maken. Eigenlijk waren het vooral opvallend geklede, vechtlustige jonge gastjes. Steven Knight lijkt het er niet helemaal mee eens te zijn en zegt dat hij bij de geschiedenis van arbeiders doorgegeven verhalen meer vertrouwd dan geschreven bronnen en hij heeft wel degelijk verhalen over Peaky Blinders in die tijd gehoord. Hij geeft uiteraard wel toe de gang geromantiseerd te hebben en de wereld te bekijken vanuit de blik van een kind, voor wie alles groter en indrukwekkender is. Andere bendes die in die serie voorkomen, de Birmingham Boys van Billy Kimber en de bende van Darby Sabini, hebben wel echt bestaan in de jaren 20. Zij wilden allebei macht over de paardenrenbanen, iets wat je ook in de serie ziet.

Dus dat is in een vogelvlucht een stukje bende-geschiedenis van Birmingham en het bevestigd voor mij ook een bepaald stereotype van gangs; dat het vaak jongeren lijken die zich aan elkaar moeten bewijzen, of terecht komen in een wereld waar geweld zo vanzelfsprekend is, dat je wel samen moet optrekken om te overleven. Het doet ook denken aan hooligans, of de jongeren in de VS waarvoor Halloween een uitkomst was. En ook aan relschoppers waar je ook nu ook in Nederland in het nieuws over hoort, bijvoorbeeld rondom oud en nieuw waar o.a. auto’s in de fik werden gestoken. Dus dit fenomeen is niet nieuw en het lijkt te maken hebben met economische omstandigheden en verveling. Aan de ene kant, na het lezen van de geschiedenis in Birmingham, valt het me mee hoeveel de coronatijd tot nu toe geleid heeft tot relschoppen (al is het natuurlijk nog steeds te veel). Aan de andere kant ben ik benieuwd of de coronacrisis invloed gaat hebben op bendecultuur in Nederland en in de rest van de wereld.

Bokkenrijders

Peaky Blinders was een bende uit Engeland, maar hoe zit het dan met bendes in Nederland? Er bestaat enige discussie of er wel of geen (jeugd)bendes te vinden zijn in Nederland. Deels ligt dat (zoals met zoveel) ook aan hoe je een gang of bende definieert. Er wordt soms een onderscheid gemaakt tussen problematische of criminele jeugdgroepen en bendes die echt een eigen identiteit hebben. Dat laatste lijken we in Nederland nauwelijks te hebben, maar dat betekent misschien ook weer niet dat de criminele jeugdgroepen die er zijn, minder “problematisch” zijn. Er zijn ondertussen ook nieuwsberichten dat onder jongeren steeds vaker een mes wordt gedragen en ook de komst van drillrap baart soms zorgen. Als je naar de data kijkt, was er een jarenlange daling van jeugdcriminaliteit, maar die lijkt in 2019 voor het eerst wel weer te zijn toegenomen (in Amsterdam in elk geval).

Georganiseerde misdaad in Nederland

Gezien de weinige ‘echte’ bendes in Nederland nu, duikt deze aflevering de Nederlandse geschiedenis in. Je denkt misschien niet snel aan maffia–achtige praktijken, waar hele families in de georganiseerde misdaad zitten en er een hele cultuur omheen bestaat. Toch bestaat er natuurlijk wel georganiseerde misdaad in Nederland, vooral rondom de handel van drugs. Deze wereld kreeg vooral bekendheid in de jaren 80 toen Klaas Bruinsma en zijn grootschalige drugshandel bekend werd. De link tussen georganiseerde misdaad en drugs is misschien ook wel een logische, gezien de geproduceerde drugs ook verhandeld moeten worden en dit een internationale operatie is. Het heeft dus ook organisatie nodig, in tegenstelling tot kleinere jeugdbendes die zich vooral bezig houden met winkeldiefstal of straatroof. 

Brabant

Naast grootschalige georganiseerde misdaad, bestonden er altijd ook al wel kleine bendes die zich bezig hielden met misdaad, waarbij ze vooral een last waren voor hun omgeving. De indruk die een beetje rondzoeken op internet oplevert, en ik hoop dat hier niemand beledigd door wordt, is dat naast de grote steden zoals Amsterdam, ook Brabant altijd al een broedplek voor bendes en criminaliteit is geweest, waar ook echte misdaadfamilies bestaan. De volgende quote is te lezen in een artikel van Moors en Spapens:

Toen een onderzoeker (Florike Egmond) begin jaren negentig haar studies over de Nederlandse plattelandsbendes in de zeventiende en achttiende eeuw publiceerde en met naam en toenaam de criminelen beschreef die uit haar archiefonderzoek naar voren kwamen, vertelden rechercheurs die zich bezighielden met de opsporing van zware criminaliteit dat diezelfde namen hun nog steeds bekend in de oren klonken.

Het achtergestelde zuiden?

Er zijn verschillende verklaringen voor waarom het zuiden van Nederland misdaad lijkt aan te trekken. Deels zouden ze zich misschien achtergesteld hebben gevoeld, omdat ze pas laat volwaardig onderdeel van de republiek waren en ze op basis van hun katholieke geloof te maken hadden met discriminatie. Daarnaast hebben ze ook slechte grond om te verbouwen, wat leidde tot veel armoede, is het een grensgebied en waren er grote woonwagenkampen. Niet per se iets mis met kampers, maar door de grootschalige kampen, was het mogelijk om vrij ongecontroleerd, in groepsverband aan de gang te gaan. Wat precies de reden is weten we niet, maar dit zou allemaal bij kunnen dragen.

Het zuiden van Nederland, en dan met name Limburg, was ook de plek waar een specifieke bende heeft huisgehouden. Een bende waarvan ik de naam al eerder had gehoord, en ik denk jullie en de meeste Nederlanders die ooit in de Efteling zijn geweest ook: de bokkenrijders.

Bokkenrijders, de mythe

We gaan terug naar Nederland in de 18e eeuw. De Gouden Eeuw is voorbij en Nederland is nu een Republiek van Zeven Provinciën waar de zuidelijke provincies van Noord-Brabant en Limburg (heten toen anders) wel onder vallen, maar niet meebesturen. Limburg bestaat uit meerdere delen die vallen onder de ‘Landen van Overmaas’, die na de Spaanse Successieoorlog zijn verdeeld onder Nederland en Oostenrijk. 

Na die oorlog, leek de rust weer een beetje teruggekeerd. Het zuiden van Nederland is katholiek en de vrome, godvrezende katholieken probeerden een deugdzaam bestaan op te bouwen en hard te werken om de economie weer een beetje op te krikken. Het laatste waar deze brave burgers natuurlijk op zaten te wachten, na decennia van oorlog en ellende, is de duivel hun buren verleidt tot het plegen van gruwelijke misdaden. 

De duivel grijpt zijn kans

Maar de duivel dacht daar anders over. Hij maakte gretig gebruik van het feit dat er een hoop mensen in armoede achter gebleven waren en veel ex-soldaten op zoek waren naar een nieuw broederschap om bij te horen. Hij bekeerden honderden mannen en vrouwen tot aanbidding van zijne duistere Heiligheid en liet ze een eed afleggen waar ze trouw zweerden aan hem. Ze kwamen ’s nachts bij elkaar in geheime bijeenkomsten, waar ze nieuwe leden inwijden in hun duivelsbende. Eén keer per jaar kwamen ze allemaal samen op de Mookerheide, waar de duivel zichzelf toonde aan zijn nieuwe volgers.

Ze begonnen, natuurlijk, met het beroven van kerken. Deels om de katholieken te plagen, de favoriete hobby van de duivel, maar ook (laten we eerlijk zijn) omdat in katholieke kerken ook het een en ander te halen valt. Later gingen ze ook over op grote (rijkere) boerderijen, waar ze niet alleen inbraken, maar de inwoners gruwelijk mishandelden. De roversbende wist in een nacht meerdere plekken aan te doen, waarbij ze grote afstanden aflegden. Te grote afstanden om te voet of te paard af te leggen. Ze werden hierbij geholpen door de duivel, die in de gedaante van één of meerdere bokken de rovers door de lucht vervoerde. Want zeg nou zelf: hoe konden ze anders dit soort afstanden afleggen? En vandaar de naam: de bokkenrijders.

Wat is de waarheid?

Althans, dit is de mythe die rondgaat over de bokkenrijders. Hoewel je natuurlijk niet met volledige zekerheid het bestaan van de duivel kan ontkennen, is waarschijnlijk niet álles hiervan waar. Er zijn verschillende theorieën wat precies waar is over de bokkenrijders. Het lijkt niet helemaal uitgesloten dat er inderdaad een bende was die talloze misdaden pleegden en een eed hadden gezworen. Anderen denken weer dat het gewoon een tijd was waarin vele, kleine groepen misdaden plegen die verder niet veel met elkaar te maken hadden. Dat ze allemaal bij een bende zouden horen, zou dus een verzinsel zijn en de honderden mensen die zijn beschuldigd van het behoren bij de bende, waren gewone misdadigers of zelfs vaak onschuldige burgers (hier kom ik nog op terug). In de tijd van de Romantiek kwam er een nieuwe waardering voor volkscultuur en zijn er veel volksverhalen rondom de bokkenrijders ontstaan.

Een ander beeld dat weleens wordt geschetst van de bende is dat ze meer een soort Robin Hood achtige bende waren. Ze zouden tegen de ongelijke verdeling van welvaart zijn en dus van de rijken stelen om aan de armen te geven. Dat degenen die roofden in de 18e eeuw arm waren is wel waarschijnlijk, maar er is niet echt aanleiding om te denken dat ze ook idealistisch gemotiveerd waren (behalve natuurlijk dat de duivel hun idool was…). Wel is het gewelddadige karakter van de misdaden overdreven, bij de meeste inbraken werden de bewoners niet wakker.

De onderklasse

Ze waren waarschijnlijk wel arm. Wat ik op meerdere plekken tegenkom is dat een groot onderdeel van de roversbende, of roversbendes, vilders waren. Dit was een beroepsgroep die echt aan de onderste onderkant van de sociale ladder stond. Het waren mensen die zieke dieren moesten afmaken, gestorven dieren moesten villen en kadavers moesten opruimen. Ze werden soms ook ingehuurd als beul en mochten vaak alleen trouwen met andere vilders (of dochters van, denk ik?). Althans, niemand anders wilden ze. Argus Filch, de conciërge in de Harry Potter boeken heet in het Nederlands Argus Vilder, wat ik eigenlijk misschien wel een meer toepasselijke naam vind dan Filch (wat iets als stiekem stelen betekent).

Door de oorlogen die gevoerd waren (Tachtigjarige Oorlog, Spaanse Successieoorlog), waren de economische omstandigheden ook niet geweldig, dus dit zou wel een reden kunnen zijn voor het ontstaan van bendes of voor toename van berovingen. Maar het roven was niet helemaal zonder risico, waar zo meer over, dus de vraag was of het wel zo voordelig was om je aan te sluiten bij de bokkenrijders. Misschien dat er toch meer achter zat? 

Duivelseed

Eén van de redenen dat bendeleden werden veroordeeld was niet alleen de misdaden die ze hadden gepleegd, maar ook een eed die ze zouden hebben afgelegd aan de duivel. Er zijn meerdere bendeleden die hebben bekend zo’n eed te hebben afgelegd en het hebben beschreven. Veel informatie over deze bekentenissen komen uit het eerste boek geschreven over de bokkenrijders in 1786, door pastoor Johan Arnold Daniëls. Omdat er toen nog bendeleden leefden, schreef hij onder de pseudoniem S.J.P. Sleinada. Een deel van de informatie heb ik ook uit een boek uit 1962.

Uiteraard zwoeren de leden trouw aan de duivel en beloofden ze andere bendeleden niet te verraden, ook niet als ze gemarteld zouden worden. Ergens is het dus wel ironisch dat we deze informatie vooral door bekentenissen lijken te hebben. Nieuwe bendeleden zouden achteruit de ruimte binnenlopen of kruipen. Ze zouden dan met twee opgestoken vingers en soms hun duim trouw zweren aan de duivel (soms links, is in Latijn: sinister). Ook wordt soms beschreven hoe ze staan, stampen of spugen op een kruis of een Mariabeeld. Iets anders wat meerdere keren genoemd wordt is een dode hand. Er zou bij initiatie een dode, opgedroogde hand staan die afgehakt was van een geëxecuteerd bendelid. Deze hand zou in een gebalde vuist een brandende kaars vasthouden.

Niet alleen is dit een luguber detail, het kwam blijkbaar vaker voor bij verhalen van of over heksen. Er zijn toverboeken bekend uit de 18e en 19e eeuw waar een recept in staat een dode hand te prepareren. In het Engels staat dit ook wel bekend als de Hand of Glory. Zo’n kaars zou zijn gemaakt uit vet van de opgehangen persoon van wie de hand is. Het zou vooral worden gebruikt door inbrekers, dus misschien niet raar dat het geassocieerd werd met de bokkenrijders. Behalve dat het mensen bewegingsloos maakt, zou het ook sloten kunnen openen of een ruimte alleen kunnen verlichten voor degene die de kaars vast heeft. Het komt ook voor in Harry Potter, waar Malfoy in Borgin and Burkes naar de hand vraagt en Borgin uitlegt dat het alleen licht geeft aan degene die het vast heeft.

Strafprocessen

Wat we in elk geval wel weten over de bokkenrijders, is dat ze vanaf 1743 massaal zijn vervolgd. Er zijn honderden (1170) mensen beschuldigd, waarvan bijna de helft (468) ook veroordeeld. Meer dan 90% hiervan heeft de doodstraf gekregen. Zijn er dan zoveel mensen op heterdaad betrapt? Nope. De meeste veroordelingen kwamen door bekentenissen, die werden gekregen met martelingen of dreiging daartoe. Bij het lezen kom je echt te veel martelmethodes tegen, die deels ook werden gebruikt om de doodstraf mee uit te voeren: radbraken, vierendelen, duimschroeven, de wipgalg (met je armen achter je langs omhoog), Spaanse laars (duimschroef voor de schenen), judaswieg (piramidevormig object waar je in touwen boven hangt en die in de vagina of anus steekt) of “gewoon” onthoofding of de galg.

Dat deze martelingen vooraf gingen aan veel bekentenissen, maakt ze natuurlijk niet heel betrouwbaar. Dit maakt het lastig te zeggen óf er überhaupt een bende was die zich identificeerde als bokkenrijders, waarom deze bende zoveel risico nam terwijl het weinig opleverde, en of ze inderdaad zichzelf zagen als duivelsaanbidders die een eed aflegden. Dat er heel veel mensen onschuldig zijn veroordeeld, lijkt wel zo te zijn en worden op sommige plekken in Limburg ook herdacht.

Twee veroordelingen uitgelicht

Het eerste gaat over Matthijs Smeets, die ook bekend staat als kromme Thijs. Hij is één van de velen die is veroordeeld en de doodstraf heeft gekregen, door middel van de galg. Zijn bekentenis wordt vaak genoemd als het gaat over het vliegen op een bok. In zijn bekentenis vertelt hij dat hij in 1773 een vlucht op een bok maakt van Venlo naar Weert met 42 bendeleden! Volgens een artikel dat ik heb gelezen, is de kans groot dat hij zo’n extreme bekentenis deed omdat “mensen met opmerkelijke belevenissen langer mochten blijven leven” omdat de kerk wilde uitzoeken wat er aan de hand was en wat de rol van de duivel precies was. Dus kromme Thijs werd niet na twee maanden, maar na zes maanden opgehangen.

Eén andere bekende veroordeelde is Joseph Kirchhoffs of Kerckhoffs. Net als met alles rondom de bokkenrijders, weten we niet precies hoe het proces is gegaan. Hij zou bekend staan als deugdzaam persoon, vroom Katholiek en opgeleid tot chirurgijn. Blijkbaar werd hij door veel andere gevangenen van genoemd als kapitein van de bende. Tegelijkertijd zou hij ook ruzie hebben gemaakt met een hoogdrossaard genaamd graaf Maximiliaan Hendrik Hoen van Carthils. Een drossaard is iemand met een hoge bestuursfunctie. Kirchhoffs zou tijdens zijn martelingen een aantal notabelen hebben genoemd, die niet werden geaccepteerd. Uiteindelijk is hij veroordeeld op basis van getuigenissen van anderen, hij werd dus door andere gevangenen genoemd, wat zelfs toen eigenlijk al verboden was.

Laatste Nederlandse heksenprocessen?

Door de grootschalige vervolgingen en bekentenissen door martelingen, worden dit weleens late heksenprocessen genoemd, een ruime eeuw later dan het officiële laatste heksenproces in 1674, ook in Limburg. Hier werd een vrouw genaamd Entgen Luyten ter dood veroordeeld. Denken jullie dat de bokkenrijders echt hebben bestaan als duivelsvererende roversbende? Of waren ze slechts zondebok(kenrijders) voor de katholieken in Limburg? 

Gebruikte bronnen

Chinn, C. (2019). Peaky Blinders – de ware geschiedenis van de beruchtste bendes van Birmingham, vert. uit het Engels door E. de Vries & E. Krijgsman, Kosmos uitgevers.
Moors, H., & Spapens, A. (2017). Criminele families in Noord-Brabant: Over generatie-effecten in de zware criminaliteit. Justitiële verkenningen: Documentatieblad van het Ministerie van Justitie, 43(2), 75-88.
Van Gehuchten, F. Bokkenrijders: Late heksenprocessen in Limburg. Het proces van vier bokkenrijdersgroepen in Limburg (1773-1795). Opglabbeek 2002.