Aflevering 14: Sylvia Likens

De zusters bespreken de – misschien wel – meest verschrikkelijke misdaad die ooit is gepleegd in Indianapolis, Indiana, Verenigde Staten. Omdat hun ouders in de zomer rondreisden met kermissen, verbleven Sylvia en haar zusje Jenny tijdelijk bij Gertrude Baniszewski. Gertrude beloofde voor de twee zusjes te zorgen alsof het haar eigen dochters waren.. maar niets is minder waar.

Waarschuwing: In deze aflevering wordt de brute marteling en moord van een minderjarige besproken. Voor luisteraars die moeite hebben met dit onderwerp is het aan te raden om deze aflevering over te slaan.

Muziek: Netherworld Shanty van Kevin MacLeod.

Vondst

Op 26 oktober 1965 bracht de politie van de Amerikaanse stad Indianapolis een bezoek aan het huis van de 37-jarige Gertrude Baniszewski. Toen zij daar arriveerden vonden ze het uitgemergelde lichaam van de 16-jarige Sylvia Likens op een vieze matras. Sylvia’s lichaam zat bij vondst onder meer dan 150 verwondingen, variërend van brandwonden tot snijwonden. Ze had op één plek een brandmerk. Op haar onderbuik stonden de woorden ‘I am a prostitute and proud of it’ (Nederlands: ik ben een prostituee en daar trots op) in haar huid gekerfd. Er waren daarnaast zichtbaar honderden sigaretten op Sylvia’s lichaam uitgedrukt.

Toen de politie Gertrude vroeg wat er was gebeurd claimde zij dat Sylvia was mishandeld door een bende jongens. Ze was zelfs in het bezit van een briefje dat was geschreven in Sylvia’s handschrift en dit verhaal leek te bevestigen. De politie trok dit verhaal meteen in twijfel, want ze konden zien dat de verwondingen op Sylvia’s lichaam niet door één enkel incident kwam. Ten tijde van de vondst van haar lichaam woonde Sylvia en haar zusje Jenny nog maar drie maanden bij Baniszewski in huis. In deze drie maanden heeft Sylvia een verschrikkelijke tijd moeten doorstaan.

De zusjes Likens

Sylvia Marie Likens werd geboren op 3 januari 1949 in een plaatsje ten noord westen van Indianapolis, Indiana. Ze was het derde kind van in totaal vijf kinderen. Haar twee jaar oudere broer Daniel en zus Dianna waren een twee-eiige tweeling. Ook haar één jaar jongere broertje Benny en zusje Jenny waren een twee-eiige tweeling. Sylvia’s zusje Jenny Fay Likens werd geboren op 13 februari 1950. Jenny had polio, wat ervoor zorgde dat haar ene been zwakker was dan het andere. Hierdoor liep ze mank en moest ze een stalen beugel om het zwakkere been dragen.

Sylvia was een vriendelijke en zelfverzekerde tiener. Ze had onder haar vrienden de bijnaam ‘Cookie’. Ondanks haar zelfverzekerdheid hield Sylvia haar mond dicht wanneer ze moest glimlachen, vanwege een missende voortand. Jenny was daarentegen timide en wat onzeker. Sylvia was erg beschermend als het op Jenny aankwam.

De ouders van het gezin, Lester en Elizabeth (bijnaam Betty), hadden een wankel huwelijk dat werd geplaagd door armoede. Lester was een vroegtijdige schoolverlater. Al op zijn 14e stopte hij met de middelbare school. Om zijn gezin te onderhouden werkte hij veel verschillende baantjes. Zo heeft hij een wasroute gehad, heeft hij in fabrieken gewerkt en heeft hij een klein restaurant gehad. Dit laatste was helaas zonder succes. Om rond te komen reisden Lester en Betty gedurende de zomers met kermissen door Indiana om daar met hun voedselkraam eten en drinken te verkopen. Hierdoor moest het gezin regelmatig verhuizen.

Geen stabiliteit

Zoons Daniel en Benny reisden vaak met hun ouders mee om te helpen op de kermissen. Dianna, Sylvia en Jenny in eerste instantie ook, maar Lester en Betty vreesden voor de veiligheid en scholing van hun dochters. Daarom verbleven de zusjes vaak bij familieleden, voornamelijk bij hun oma. Op deze manier konden ze naar school blijven gaan.

In juni 1965 werd Betty opgepakt wegens winkeldiefstal en moest ze daarvoor een korte gevangenisstraf uitzitten. Lester besloot om weer eten en drinken te verkopen op kermissen en Betty sloot zich na het uitzitten van haar straf bij hem aan. Dit keer werden Daniel en Benny naar hun grootouders gestuurd, maar dit was blijkbaar geen optie voor Sylvia en Jenny. Dianna had het ouderlijk nest inmiddels verlaten was getrouwd.

Lester – op zoek naar een plek om zijn dochters onder te brengen – werd door een gezamenlijke vriend geïntroduceerd aan Gertrude Baniszewski. Gertrude woonde in een groot gehuurd huis met haar zeven kinderen. Lester en Gertrude kwamen tot een overeenkomst: voor 20 dollar per week zou zij voor Sylvia en Jenny zorgen alsof het haar eigen kinderen waren.

Gertrude Baniszewski

Gertrude werd net als de Likens ook geplaagd door armoede. Ze werd geboren als Gertrude Nadine Van Fossan op 19 september 1928 in Indianapolis, Indiana. Ze was het derde kind van Hugh en Molly Van Fossan, en groeide op in een arm gezin met zes kinderen. Op 11-jarige leeftijd overleed haar vader voor haar ogen aan een hartaanval. Op 16-jarige leeftijd stopte ze vroegtijdig met de middelbare school om te trouwen met de 18-jarige John Stephan Baniszewski. Gedurende dit huwelijk kregen zij vier kinderen. Ondanks dat John zijn vrouw regelmatig fysiek mishandelde bleven ze 10 jaar getrouwd tot hun eerste scheiding.

Gertrude trouwde daarna met Edward Guthrie, maar ook dit huwelijk hield geen stand. Na slechts 3 maanden besloot het stel te scheiden. Niet veel later hertrouwde Gertrude met haar eerste man, John. Uit dit tweede huwelijk werden nog twee kinderen geboren, maar ook dit huwelijk hield geen stand. In 1963 scheidde het stel voor een tweede keer. 

Op 34-jarige leeftijd – slechts weken na haar derde scheiding – begon Gertrude een relatie met de 22-jarige Dennis Lee Wright. Net als John Baniszewski mishandelde ook Wright zijn vrouw. Hij sloeg haar niet alleen maar drukte ook een keer zijn sigaret uit op haar huid. Samen kregen ze één kind, een zoon genaamd Dennis Jr. Kort na de geboorte van Dennis Jr. ging Wright ervandoor. Gertrude klaagde hem aan voor alimentatie, maar heeft nooit een rooie cent ontvangen. Van haar eerste man John – inmiddels een voormalig politieagent – ontving ze maar sporadisch alimentatie. 

3850 East New York Street

Na meerdere gefaalde huwelijken stond Gertrude er alleen voor met haar zeven kinderen. Ooit werd ze gezien als een schoonheid, maar op 37-jarige leeftijd zag ze er veel ouder uit dan ze was. Dit kwam mede vanwege het leven in armoede en de stress die dit met zich meebrengt, maar ook door het kettingroken. Daarnaast was ze depressief en had ze astma. Gertrude was arm, ze had nauwelijks een inkomen. Omdat ze maar sporadisch alimentatie ontving verdiende ze wat geld bij door de was van haar buren te strijken.

Naast haar eigen zeven kinderen – de 17-jarige Paula, 15-jarige Stephanie, 12-jarige John Jr., 11-jarige Marie, 10-jarige Shirley, 8-jarige James en de 1-jarige Dennis Jr. – kwamen dagelijks de kinderen uit de buurt bij haar over de vloer in haar vervallen huurhuis. Gertrude liet namelijk dingen toe die andere ouders verboden. Vanwege het gebrek aan inkomen kon ze de 20 dollar per week die ze zou ontvangen voor het zorgen voor Sylvia en Jenny goed gebruiken, ongeacht of ze hiertoe wel in staat was. 

Begin juli 1965 trokken Sylvia en Jenny in bij de Baniszewski’s. Als Lester bij de Baniszewski’s naar binnen was gegaan had hij kunnen zien dat er niet genoeg bedden waren voor de kinderen. Sylvia en Jenny moesten een slaapkamer delen met Marie, Shirley en James. In deze slaapkamer lag één matras en de kinderen sliepen daar om de beurt op.

Mishandeling

De eerste twee weken van hun verblijf bij de Baniszewski’s verliepen vrij rustig. De zusjes leverden vrijwillig hun bijdrage aan het huishouden en ze gingen op zondags mee naar zondagschool. Sylvia en Jenny kenden Paula en Stephanie al, omdat ze naar dezelfde middelbare school gingen. De vier meiden brachten daardoor veel tijd door met elkaar. Ze zongen samen popliedjes en roddelden over jongens, maar Sylvia en Paula hadden soms kleine aanvaringen.

Nadat Lester te laat was met het sturen van het geld, besloot Gertrude om Sylvia en Jenny af te straffen door hun te slaan met een leren riem. De volgende dag kwam het geld alsnog binnen en een paar dagen later kwamen de Likens langs om alvast meer geld te brengen. De zusjes hebben toen niks tegen hun ouders gezegd over de mishandeling door Gertrude. Na dit incident begon Gertrude regelmatig de zusjes te mishandelen. In het begin deed ze dit nog achter gesloten deuren, maar al snel in het bijzijn van anderen. 

Jaloezie

Ondanks dat Gertrude een fragiele vrouw was – ze was 1 meter 68 en woog slechts 45 kilo – gebruikte ze een zware houten peddel en een dikke leren riem om de zusjes te mishandelen bij het minste of geringste. Zo sloeg ze de zusjes 15 keer met de peddel nadat Paula hun ervan beschuldigde teveel voedsel te hebben gegeten bij een kerkevenement. Wanneer Gertrude te moe of te zwak was om zelf de zusjes te slaan, nam Paula het van haar over. Halverwege augustus 1965 kwam de focus van het geweld voornamelijk op Sylvia te liggen en een stuk minder op Jenny.

Voormalig FBI profiler Candice DeLong denkt dat Gertrude door Sylvia constant aan werd herinnert aan wat ze allemaal niet meer had. Sylvia was namelijk jong, mooi en had nog een heel leven voor zich. Vermoedelijk was Gertrude jaloers was op de tiener. Ze was daarnaast ook sadistisch, vandaar dat ze Sylvia zowel verbaal als fysiek ernstig mishandelde. Ze dwong Jenny om deel te nemen aan de mishandeling van haar eigen zus.

Vernedering

Gertrude greep elke reden aan om Sylvia te vernederen en te mishandelen. Zo beschuldigde ze Sylvia vaak van dingen om haar vervolgens te kunnen straffen. Ze heeft bijvoorbeeld Sylvia meerdere keren onterecht beschuldigd van stelen, waaronder het stelen van snoep dat Sylvia met haar eigen geld had gekocht. Gertrude heeft Sylvia toen gestraft door haar vingertoppen eraf te branden.

Eind augustus 1965 vertelde Sylvia over haar vriendje in Long Beach, California. Ze had hem ontmoet toen ze daar in het voorjaar met haar familie woonde. Gertrude vroeg Sylvia of ze “iets” gedaan had met deze jongen. Sylvia wist niet goed wat dit betekende en antwoordde daarom met “ik denk het”. Ze vertelde aan Stephanie dat ze een keer met haar vriendje onder de dekens had gelegen. Toen Gertrude dit te horen kreeg vroeg ze Sylvia waarom ze dit had gedaan, waarop Sylvia antwoordde met “ik weet het niet”. 

Een paar dagen later vertelde Gertrude aan Sylvia dat ze zwanger was, want Sylvia’s buik was zogenaamd groter aan het worden. Gertrude vertelde aan alle meisjes in het huis dat je een baby krijgt zodra je “iets” doet met een jongen. Vervolgens trapte ze Sylvia hard in haar kruis. De 17-jarige Paula was op dat moment drie maanden zwanger van een getrouwde man en was net als Gertrude ook jaloers op Sylvia vanwege haar uiterlijk. Ook zij viel Sylvia fysiek aan.

Van kwaad tot erger

Gertrude moedigde naast Paula ook haar andere kinderen aan om deel te nemen aan de mishandeling en marteling van Sylvia. Ze droeg haar kinderen op om Sylvia te slaan en van de trap te duwen. De kinderen gebruikten Sylvia als dummy om judo op te oefenen. Gertrude beschuldigde Sylvia ervan een slet en prostituee te zijn, en hield vervolgens preken over hoe smerig prostituees zijn.

Al snel manipuleerde Gertrude ook de buurtkinderen om deel te nemen aan het misbruik. Ze beschuldigde Sylvia van het verspreiden van een gerucht op de middelbare school waar de tieners heen gingen. Er zou een gerucht gaan dat de twee Baniszewski zussen prostituees waren. Stephanie’s vriendje – de 15-jarige Coy Hubbard – viel als reactie hierop Sylvia aan. Hij begon haar te slaan, sloeg haar hoofd tegen de muur en liet haar achterover op de grond vallen. Gertrude forceerde Jenny om deel te nemen aan de mishandeling door haar eigen zus te slaan. Wanneer Jenny dit weigerde werd ze zelf mishandeld. 

Marteling

De mishandeling – of beter gezegd marteling – werd steeds erger. Gertrude, Paula en een buurjongen genaamd Randy Lepper forceerden ze Sylvia om hotdogs te eten tot ze ziek werd. Nadat Sylvia moest overgeven forceerden ze haar om haar eigen braaksel op te eten. Er werden sigaretten en aangestoken lucifers uitgedrukt op Sylvia’s huid. Om aan Jenny te bewijzen wat voor een “soort” meisje Sylvia was, droeg Gertrude Sylvia op zich in de woonkamer uit te kleden terwijl een groepje tieners toekeek. Vervolgens forceerde ze Sylvia om een Coca Cola flesje vaginaal bij zichzelf in te brengen.

Sylvia was inmiddels fysiek zo erg toegetakeld dat ze last kreeg van incontinentie. Als gevolg hiervan plaste ze in haar slaap op haar matras. Gertrude besloot dat Sylvia niet meer in staat was om bij de rest van de kinderen te leven, dus werd ze verbannen naar een matras in de kelder. In de weken die hieraan vooraf gingen nam het misbruik van Sylvia enorm toe. Ze werd op steeds gruwelijkere wijze gemarteld door niet alleen Gertrude, maar ook haar kinderen en buurtkinderen. Sylvia’s laatste schooldag was 6 oktober 1965. Gertrude informeerde de middelbare school dat Sylvia geen interesse meer had in school.

Hulpeloos

Je vraagt je misschien af waarom Sylvia en Jenny nooit hulp hebben gezocht. Dit is omdat ze waren bang dat het erger zou worden wanneer ze hun familieleden of volwassenen op school zouden vertellen over het misbruik. Vooral Jenny vond het eng om volwassenen in te lichten. Ze werd bedreigd door Gertrude en geslagen wanneer ze ook maar iets vertelde over Sylvia’s situatie. 

In juli, augustus en zelfs begin oktober 1965 bezochten Lester en Betty Likens hun dochters wanneer hun drukke schema dat toeliet. Gedurende deze bezoeken lieten Sylvia en Jenny niks weten, vermoedelijk ook omdat Gertrude en haar kinderen hierbij aanwezig waren. In september kwamen de zusjes hun oudere zus Dianna tegen in een park in de buurt. Ze hebben Dianna toen ingelicht over hun situatie, maar zeiden niet op welk adres ze verbleven. Dianna nam toen de claims van haar zusjes niet serieus.

De vader van Michael Monroe – één van de buurjongens – deed anoniem melding bij de middelbare school van een meisje bedekt met open zweren over haar hele lichaam die woont bij de Baniszewski’s. Omdat Sylvia al een paar dagen niet naar school was geweest, werd de schoolzuster gestuurd om te onderzoeken wat er aan de hand was. Gertrude vertelde de zuster dat Sylvia een week eerder was weggelopen en dat de open zweren kwamen door een gebrek aan hygiene. Ook zei ze dat Sylvia een slechte invloed had op haar kinderen en Jenny. De school vond het niet nodig om verder onderzoek te doen naar het welzijn van Sylvia en Jenny.

Hopeloos

Rond 1 oktober 1965 achterhaalde Dianna het adres waarop haar zusjes verbleven en besloot ze hun op te zoeken. Toen ze aanbelde weigerde Gertrude om Dianna binnen te laten en haar zusjes te zien. Dianna verstopte zich daarom op een plekje in de buurt van het huis tot ze Jenny buiten zag lopen. Ze stapte toen op Jenny af om te vragen wat er aan de hand was. Jenny zei dat ze niet met haar mocht praten en rende vervolgens terug het huis in.

Dianna was nu wel erg bezorgd om haar zusjes. Ze nam daarom contact op met social services en informeerde hen dat Gertrude Baniszewski haar had verteld dat ze Sylvia had verbannen omdat ze een prostituee zou zijn en dat Sylvia zou zijn weggelopen. Toen iemand van social services een bezoekje bracht aan de Baniszewski’s werd Jenny uiteraard weer bedreigd door Gertrude. Jenny moest liegen over waar Sylvia was of anders werd ze net zo behandeld als haar zus. Net als de middelbare school, besloot de medewerker van social services dat er geen vervolgonderzoek nodig was..

Gertrude verbood de zusjes hun oudere zus Dianna op te zoeken of op een andere manier met haar in contact te komen. Dianna woonde inmiddels in de buurt van de Baniszewski’s, wat verklaart waarom de zussen elkaar in september zijn tegengekomen in een park. Gertrude vervreemdde Sylvia en Jenny van iedereen die om hun gaf, iets wat kenmerkend is voor een misbruiker. Paula heeft wel eens de deur opengehouden voor Sylvia en haar uitgedaagd om weg te gaan. Sylvia had alleen nergens om heen te gaan. 

In de kelder

Toen Sylvia werd opgesloten in de kelder werd ze geforceerd om naakt te zijn. Ook in de kelder nam de marteling weer toe. Kinderen uit de buurt en van school kwamen na schooltijd naar Baniszewski’s om – onder leiding van Gertrude – deel te nemen aan Sylvia’s marteling. Voor vijf cent per persoon mochten ze Sylvia’s zwaar toegetakelde lichaam zien en haar vernederen, slaan, verbranden en verminken. 

Sylvia was inmiddels al behoorlijk uitgemergeld, maar ze kreeg nu nog minder te eten en nauwelijks wat te drinken. Ze moest het doen met een paar crackers en mocht geen gebruik maken van het toilet. De 12-jarige John Jr. forceerde Sylvia om de vieze luiers van zijn 1-jarige broertje Dennis Jr. schoon te likken. Ook werd werd ze gedwongen haar eigen ontlasting te eten. John Jr. martelde Sylvia ook door haar soep aan te bieden wat ze met haar vingers mocht eten, om het vervolgens snel weg te halen wanneer ze een poging deed het te eten. 

Gedurende haar tijd in de kelder werd Sylvia regelmatig geforceerd om een bad te nemen in kokendheet water, zogenaamd zodat ze gereinigd kon worden van haar zonden. Na haar bad werd er zout gewreven in haar wonden. Om te voorkomen dat mensen Sylvia’s geschreeuw konden horen werd er een prop stof in haar mond gestopt terwijl ze haar martelden.

Verdere marteling

Rond 21 of 22 oktober 1965 mocht Sylvia van Gertrude weer boven slapen onder de voorwaarde dat ze niet in bed zou plassen. Gertrude gaf John Jr., Coy en Stephanie de instructie om Sylvia vast te binden aan een bed. De volgende ochtend werd Gertrude woest toen ze zag dat Sylvia in bed had geplast. Weer forceerde ze Sylvia om een Coca Cola flesje bij zichzelf vaginaal in te brengen. Ondertussen droeg Gertrude haar dochters Marie en Shirley op een breinaald op te warmen tot het heet was. 

Gertrude zei tegen Sylvia: “Jij hebt mijn dochters gebrandmerkt, nu ga ik jou brandmerken”, refererend naar het gerucht dat Sylvia verspreid zou hebben over Paula en Stephanie. Met de hete breinaald begon Gertrude de woorden ‘I am a prostitute and proud of it’ (Nederlands: ik ben een prostituee en daar trots op) op Sylvia’s onderbuik te kerven. Toen het Gertrude niet lukte om zelf de zin af te maken gaf ze een 14-jarige buurjongen, Richard Hobbs, de opdracht om het af te maken. Ondertussen nam Gertrude Jenny mee naar een supermarkt in de buurt. 

Verdere verminking

Richard en de 10-jarige Shirley namen vervolgens Sylvia weer mee terug naar beneden, naar de kelder. In de kelder probeerden ze met een ankerbout de letter ’S’ voor slet of slaaf op de huid onder Sylvia’s linkerborst te branden. Dit lukte blijkbaar niet zo goed, want in plaats van een ’S’ was er een ernstige brandwond te zien dat leek op het getal ‘3’.

Gertrude treiterde later Sylvia met haar nieuwe verminkingen. Ze claimde dat Sylvia nooit zou kunnen trouwen vanwege de woorden die op haar buik staan gekerfd. Ze vroeg Sylvia: “Wat ga je nu doen? Je kan nu niet trouwen, wat ga je doen?” Waarop Sylvia al huilend antwoordde met: “Er is denk ik niks meer wat ik kan doen”. Gertrude forceerde Sylvia om de woorden op haar buik te tonen aan de buurtkinderen terwijl Gertrude claimde dat de woorden tijdens een seksfeestje op Sylvia’s buik zijn gekerfd. 

De brief

Diezelfde avond vertelde Sylvia haar jongere zusje dat ze het gevoel had dat ze dood ging. Blijkbaar voelde Gertrude dit ook aan, want ze forceerde Sylvia om een brief te schrijven gericht aan haar ouders. Uiteraard dicteerde Gertrude wat Sylvia moest opschrijven:

“Aan meneer en mevrouw Likens,

Ik ben midden in de nacht met een bende jongens meegegaan. En ze zeiden dat ze me zouden betalen als ik ze iets zou geven, dus ik ben in de auto gestapt en ze hebben allemaal gekregen wat ze wilden. En wanneer ze klaar waren sloegen ze me in elkaar en hebben ze verwondingen op mijn gezicht en hele lichaam achtergelaten. En ze hebben ook de woorden ‘ik ben een prostituee en daar trots op’ op mijn buik gezet. Ik heb zo’n beetje alles gedaan wat ik kon doen om Gertie boos te maken en om Gertie meer geld te kosten dan ze heeft. Ik heb een nieuwe matras vernield en er op geplast. Ook heb ik Gertie veel dokterkosten gekost die ze niet kan betalen en heb ik van Gertie en al haar kinderen een nerveus wrak gemaakt.”

Nadat Sylvia klaar was met het schrijven van de brief werd ze weer vastgebonden en werd haar een paar crackers aangeboden om te eten. Ze weigerde de crackers omdat ze geen honger had en dat ze het beter aan de hond konden voeren. Gertrude forceerde de droge crackers in Sylvia’s droge mond om haar vervolgens samen met John Jr. weer in elkaar te slaan, specifiek in haar buik. 

Uitgeput

Kort na het opstellen van de brief bedacht Gertrude een plan om van Sylvia af te komen. John Jr. en Jenny moesten Sylvia blinddoeken om haar daarna naar een bebost buitengebied te brengen en haar daar voor dood achter te laten. Sylvia overhoorde Gertrude’s plan en deed op 25 oktober 1965 een poging om te ontsnappen. Helaas tevergeefs, want ze werd tegengehouden door Gertrude en Coy. Sylvia werd voor de zoveelste keer in elkaar geslagen, in de kelder gegooid en opgesloten. 

De volgende ochtend was Sylvia niet meer in staat om te praten of goed te bewegen. Gertrude nam Sylvia mee naar boven, naar de keuken, en deed een poging om haar wat eten en drinken te voeren. Omdat Sylvia het niet lukte om een glas melk aan haar lippen te zetten gooide Gertrude haar uit frustratie op de grond.  Hierna werd Sylvia weer naar de kelder gebracht. Kort hierna begon Sylvia te ijlen en steeds verder weg te zakken. Ondanks dat Sylvia voor hun ogen wegglipte gingen de Baniszewski’s door met haar mishandelen. 

Eeuwige rust

Uiteindelijk besloten de Baniszewski’s om Sylvia een normaal lauwwarm bad te geven. Toen ze haar wilden ophalen uit de kelder kwamen ze er achter dat Sylvia geen adem meer haalde. Stephanie deed een tevergeefse poging om haar te reanimeren terwijl Gertrude claimde dat Sylvia deed alsof ze dood was. Stephanie gaf Richard Hobbs de instructie om het alarmnummer 911 te bellen. Hij gaf de politie het adres van de Baniszewski’s, 3850 East New York Street, voordat hij ophing. 

Toen de politie niet veel later arriveerde bij het huis van de Baniszewski’s gaf Gertrude hen de brief die ze Sylvia liet schrijven. De politie kon aan Sylvia’s verwondingen zien dat er meer heeft gespeeld dan Gertrude probeerde te claimen. Opeens stapte Jenny op de politieagenten af en zei: “Haal me hier weg en ik vertel jullie alles”. 

Sylvia Likens was slechts 16-jaar oud toen ze overleed op 26 oktober 1965. De doodsoorzaak was zwelling in haar hersenen, hersenbloedingen en shock veroorzaakt door de extreme toestand van haar huid. Daarnaast was ze ook extreem ondervoed.

Arrestatie

Dankzij Jenny’s verklaring en de toestand waarin Sylvia’s lichaam verkeerde had de politie al het bewijs dat ze nodig hadden om arrestaties te verrichten. Ze arresteerden de 37-jarige Gertrude Baniszewski, de 17-jarige Paula Baniszewski, de 15-jarige Stephanie Baniszewski, de 12-jarige John Jr. Baniszewski, de 14-jarige Richard Hobbs en de 15-jarige Coy Hubbard voor de moord op Sylvia Likens. Ze werden allemaal zonder borgsom vastgehouden tot het strafproces begon. Buurtkinderen Michael Monroe, Randy Lepper, Darlene McGuire, Judy Duke en Anna Siscoe werden kort daarna ook gearresteerd en beschuldigd van injury to person. Zij werden later vrijgelaten onder de voorwaarde dat ze als getuige zouden worden opgeroepen tijdens het strafproces. 

Gertrude claimde niks met Sylvia’s dood te maken hebben gehad, maar op 27 oktober gaf ze toe dat ze wist dat de kinderen – en dan met name haar dochter Paula en Coy Hubbard – Sylvia zowel fysiek als emotioneel hadden mishandeld. Ook gaf ze toe dat ze Sylvia drie keer had geforceerd te slapen in de kelder vanwege het bedplassen. 

Net als haar moeder toonde Paula ook geen berouw voor wat er was gebeurd. Ze ondertekende vrijwillig een verklaring waarin ze bekende dat ze Sylvia meerdere keren in elkaar had geslagen, dat ze haar een keer zo hard had geslagen op de kaak dat ze haar eigen pols brak, dat ze haar een paar keer van de trap had geduwd en haar een blauw oog had gegeven. John Jr. gaf toe dat hij Sylvia wel eens had geslagen en aangestoken lucifers uitdrukte op haar huid, maar dat zijn moeder hierop sigaretten uitdrukte.

Het strafproces

Op 18 april 1966 begon het strafproces tegen Gertrude, haar kinderen Paula en John, en Richard Hobbs en Coy Hubbard. Ondanks dat Stephanie had bekend tot op zekere hoogte deel te hebben genomen aan de mishandeling van Sylvia, kreeg zij een speciaal strafproces. Later werden alle aantijgingen tegen haar ingetrokken, vermoedelijk omdat ze wilde getuigen tegen haar familie.

Gertrude pleitte onschuldig te zijn wegens waanzin. De advocaten van Paula, John, Richard en Coy claimden dat de vier tieners door Gertrude onder druk zijn gezet om deel te nemen aan de mishandeling en marteling van Sylvia Likens. Tijdens het strafproces vertelde getuige Anna Siscoe hoe Gertrude zowel haar eigen kinderen als buurtkinderen betrok bij het misbruik van Sylvia. Gertrude verspreidde namelijk elke leugen die ze kon bedenken om de kinderen zover te krijgen actief mee te doen aan de marteling. De kinderen namen nooit de moeite om erachter te komen of wat Gertrude claimde waar was of niet. 

Op 19 mei 1966 werd Gertrude Baniszewski schuldig bevonden van de eerstegraads moord op Sylvia Likens en veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Paula Baniszewski werd schuldig bevonden van tweedegraads moord en kreeg ook levenslang opgelegd. Paula is tijdens het strafproces bevallen van haar baby, een meisje genaamd Gertrude die ze ter adoptie heeft afgestaan. John Jr. Baniszewski, Richard Hobbs en Coy Hubbard werden schuldig bevonden van doodslag en veroordeeld tot verschillende gevangenisstraffen. De jongens hebben slechts 18 maanden tot 2 jaar vastgezeten in een jeugdgevangenis. 

Kop in het zand

Het moge duidelijk zijn dat Sylvia echt op een gruwelijke wijze is gemarteld in het bijzijn van veel verschillende mensen. Daarnaast liep ze openlijk rond met zware verwondingen, en toch greep niemand in. Opvallend, want het was niet bepaald een geheim dat Sylvia zwaar werd mishandeld in het huis van de Baniszewski’s. 

Sylvia’s docenten en andere volwassenen in haar leven hebben waarschijnlijk de blauwe plekken, verwondingen en open zweren wel opgemerkt maar voelden zich niet bevoegd er iets van te zeggen. Buren verklaarden later aan de politie at ze wel een geschreeuw hoorden en een meisje om hulp hoorden roepen. Één buurvrouw vertelde hoe ze in de nacht van 25 op 26 oktober 1965 geschreeuw hoorde tot ongeveer half 4 ’s nachts. De volgende dag was Sylvia dood. 

Nadat Paula Sylvia zo hard had geslagen dat ze haar eigen pols kreeg, moest ze naar de dokter waar ze gips om haar pols kreeg. Ze schepte openlijk op over hoe ze haar pols had gebroken, alsof ze trots was op hoe erg ze Sylvia mishandelde. Directe buren hadden gezien hoe Paula Sylvia een paar keer had geslagen, maar ook deze buren maakten hier geen melding van. 

Ook predikant Roy Julian verklaarde tijdens het strafproces dat hij wist van een meisje dat werd misbruikt door de Baniszewski’s. Hij maakte hiervan geen melding bij de politie omdat Gertrude hem had verteld dat Sylvia seksuele handelingen aanbood in ruil voor geld. Hij ging ervan uit dat Sylvia daarvoor werd gestraft. 

Op vrije voeten

Ondanks dat Gertrude en Paula Baniszewski werden veroordeeld tot levenslang, kwamen ze relatief snel vrij. Gertrude werd gedurende haar tijd in Indiana’s vrouwengevangenis gezien als een modelgevangene. Ze kreeg al snel de bijnaam “Moeder”. Op 4 december 1985 kwam Getrude vrij, tegen de wens van de Likens en het publiek in. Tijdens de hoorzitting van haar vervroegde vrijlating zei ze dat ze niet zeker wist wat haar rol was geweest omdat ze drugs gebruikte en Sylvia nooit echt had gekend, maar dat ze volledig de verantwoordelijkheid neemt voor wat er was gebeurd met Sylvia. Ze zei verder dat ze zou willen dat ze het ongedaan kon maken, maar dat dat niet kan en dat het haar speet. Na haar vrijlating veranderde ze haar naam naar Nadine Van Fossan en verhuisde ze naar Iowa, waar ze in juni 1990 overleed aan longkanker. Ze is 61 jaar oud geworden. 

Paula’s veroordeling werd omgegooid toen Gertrude en Paula recht kregen op een nieuw strafproces. Voor Gertrude veranderde niks, maar Paula kreeg een lagere gevangenisstraf van 2 tot 21 jaar opgelegd. Ondanks meerdere pogingen om uit de gevangenis te ontsnappen kwam Paula in maart 1974 vrij. Ze veranderde na haar vrijlating haar naam naar Paula Pace. Tot 2012 is er niks meer van haar vernomen, totdat naar buiten werd gebracht dat ze in Iowa woonde en werkzaam was in het onderwijs. Ze werd ontslagen in verband met het opgeven van valse informatie bij haar sollicitatie. Ze heeft twee zonen.

De overige Baniszewski’s

Stephanie Baniszewski is nooit berecht voor haar aandeel in de marteling van Sylvia. Het schijnt dat ze haar naam heeft veranderd, is getrouwd, kinderen heeft gekregen en in Florida woont. Ze is werkzaam als leerkracht.

John Jr. Baniszewski kwam na 2 jaar in de jeugdgevangenis vrij en veranderde zijn achternaam naar Blake. Er wordt geclaimd dat hij de enige Baniszewski is die publiekelijk berouw heeft getoond. Hij heeft een journalist ooit gezegd dat zijn moeder een ontzettende egoïstische en egocentrische vrouw was. Na een tijdje zichzelf te hebben gezocht heeft hij God gevonden. Hij is zich gaan inzetten voor een kerk naast zijn werk als makelaar. Samen met zijn vrouw kreeg hij drie kinderen. Hij is in 2005 op 52-jarige leeftijd overleden aan kanker.

Nadat hun moeder werd opgepakt zijn Marie, Shirley en James Baniszewski ondergebracht bij verschillende pleeggezinnen. Hier verbleven ze tot ze bij hun vader mochten wonen. Net als John Jr. werd ook hun achternaam veranderd naar Blake. Marie is schijnbaar in Indiana blijven wonen, maar overleed op 62-jarige leeftijd in juni 2017. Het is onbekend wat er van Shirley terecht is gekomen. Van James is het minste bekend, ook over zijn aandeel in de marteling van Sylvia. 

De enige van de Baniszewski’s die echt compleet onschuldig was, was de 1-jarige Dennis Jr. Hij is geadopteerd door een familie genaamd White, die zijn naam veranderden naar Denny Lee White. In februari 2012 overleed hij op 47-jarige leeftijd in Californië.

De buurtkinderen

Richard Hobbs kwam binnen 2 jaar in de jeugdgevangenis vrij. Hij overleed in 1972 op 21-jarige leeftijd aan longkanker. In de tijd tussen zij vrijlating en zijn dood schijnt het dat hij minimaal één zenuwinzinking heeft gehad. Ook Coy Hubbard – het vriendje van Stephanie Baniszewski – werd al vroeg vrijgelaten. Coy was ontzettend betrokken bij het misbruik van Sylvia en nam dan ook volledig deel aan haar marteling. Coy Hubbard heeft nooit zijn naam veranderd en is altijd in de buurt van Indianapolis blijven wonen. In 1982 werd hij berecht voor aan andere moord, maar is hiervan vrijgesproken. In 2007 verloor hij zijn baan nadat de film An American Crime uit kwam. Hij is in juni van datzelfde jaar overleden. 

Naast Richard en Coy hebben ook andere buurtkinderen deelgenomen aan het misbruik, maar zij zijn niet berecht of veroordeeld. Er is niet veel bekend over hoe zij zijn terecht gekomen. Anna Siscoe overleed in oktober 1996 op 44-jarige leeftijd, ze was inmiddels al oma geworden. Randy Lepper heeft tijdens het strafproces met een grijns op zijn gezicht verklaart hoe hij Sylvia op zo’n 40 verschillende gelegenheden heeft geslagen. Hij is in november 2010 op 56-jarige leeftijd overleden. 

De familie Likens

Lester en Betty Likens zijn in 1967 uit elkaar gegaan. Betty overleed op 71-jarige leeftijd in mei 1998. Lester is in februari 2013 overleden op 86-jarige leeftijd. Jenny is getrouwd en kreeg kinderen. Ze is in juni 2004 op 54-jarige leeftijd overleden aan een hartaanval. Toen ze het overlijdensbericht van Gertrude in de krant zag staan heeft ze dit opgestuurd naar haar moeder met een briefje erbij waarop stond: “Goed nieuws, verdomde oude Getrude is dood. Ha ha ha! Daar ben ik blij om”. Jenny heeft het haar ouders nooit kwalijk genomen wat haar en Sylvia is overkomen en wilde ook niet dat anderen dit deden.

Groepsdruk en kuddementaliteit

Tijdens het strafproces claimden de tieners dat ze het leiderschap van Gertrude volgden. Het is inmiddels duidelijk dat Gertrude de kinderen opjutte. Volgens een psycholoog in 1965 had Gertrude een hysterische persoonlijkheid met sadistische trekjes. De kinderen die deel hebben genomen aan het misbruik hebben tot op zekere hoogte de instructies van Gertrude gevolgd, maar dit betekent niet dat ze zelf geen schuld hebben aan wat er is gebeurd. Toch kan groepsdruk en kuddementaliteit een rol hebben gespeeld in deze verschrikkelijke zaak.

Jongeren zijn namelijk gevoelig voor groepsdruk, omdat ze – over het algemeen – makkelijk beïnvloedbaar kunnen zijn. Tijdens de adolescentie zoeken jongeren de goedkeuring van hun leeftijdsgenoten. Kuddementaliteit is de neiging van mensen om de massa te volgen of om het gedrag van de meerderheid te kopiëren. Dit kan destructieve gevolgen hebben: 

  • Wanneer mensen onderdeel zijn van een groep worden ze mogelijk minder bewust van zichzelf en kunnen ze hun identiteit verliezen;
  • Ze kunnen ook makkelijk worden meegenomen in de emoties van de groep, denk aan opwinding maar ook agressie;
  • Gedrag dat normaal als onacceptabel wordt gezien kan plots als acceptabel worden beschouwd omdat anderen in de groep het gedrag vertonen;
  • In een groep voelen mensen zich sneller anoniem, waardoor hun gevoel voor verantwoordelijkheid afneemt;
  • Daarop aansluitend, in een groep voel je je minder snel persoonlijk verantwoordelijk maar zie je sneller de groep verantwoordelijk voor bijvoorbeeld gewelddadig gedrag;
  • Hoe groter de groep, hoe groter de kans dat mensen zichzelf erin verliezen en zich niet meer persoonlijk verantwoordelijk voelen voor onaanvaardbaar gedrag.

Of er nou sprake was van groepsdruk en een kuddementaliteit of niet, Gertrude Baniszewski draagt uiteindelijk de meeste verantwoordelijkheid voor wat er met Sylvia is gebeurd. Het is haar sadistische persoonlijk en haar jaloezie geweest dat Sylvia’s marteling en uiteindelijke dood in gang heeft gezet.

Gebruikte bronnen

Born Bad: Gertrude Baniszewski (Deadly Women, 2020), te zien via dailymotion.com/video/x72numd.
Radio interview uit 1965 (Axis Company, 2010), te luisteren via youtu.be/cU3Bonz-HNc.
WIBC News Report uit 1985 (indychauffuer, 2012), te luisteren via youtu.be/mg9nIadyMHM.